In omstandigheden die bijna niet perfecter kunnen zijn, zakte de Nederlandse wielerploeg Jumbo-Visma af naar de Sierra Nevada. Iedereen van de groep is topfit en de managers en renners kijken uit naar de Dauphiné en de Tour. Dat kunnen we lezen in Het Laatste Nieuws.
Overnachten doet de groep in het CAR-hotel, waar ze verblijven op 2.300 meter boven de zeespiegel. Dat is ideaal voor de hoogtetraining waar de ploeg momenteel mee bezig is. “De zon schijnt en we hebben nog geen druppel regen gehad. Zo’n perfecte omstandigheden hebben we hier nog niet eerder meegemaakt”, zegt Mathieu Heijboer, de Performance Manager van Jumbo-Visma.
Het doel van de stage is om een ruime basis te leggen voor de Tour, die begin juli van start gaat, maar eerst is er nog de Dauphiné in juni.
“De Dauphiné geldt voor ons als een belangrijke opstap naar de Tour. De tijdrit op dag vier geldt als een test op de twee chrono’s in de Tour en de voorlaatste rit lijkt erg op de twaalfde rit van de Tour”, zegt Heijboer daarover.
De Dauphiné is dus slechts onderdeel van de voorbereiding. “We rijden de Dauphiné in functie van de Tour. Ons uitgangspunt is dat we er beter willen uitkomen dan dat we er in gaan. Het is niet de bedoeling om daar energie te verspillen, die we dan tekort komen in de Tour”, geeft Heijboer aan. Een klassement voor Van Aert is daar dus geen prioriteit.
