Wout van Aert en Mathieu van der Poel hebben de focus van het veld verlegd naar hun carrière op de weg. Toch blijven de twee ook fenomenen in het veld. En nu blijkt waarom…
“De meeste wegrenners werken in januari zo’n 25 à 30 trainingsuren per week af”, onthult wielercoach Paul van den Bosch aan Het Nieuwsblad. “Daar zullen Wout en Mathieu niet ver van af zijn.” Bij hun concurrenten in het veld circuleren heel andere trainingsschema’s…
De overige veldrijders trainen tijdens de winter maar zo’n 10 à 12 uur per week, voegt Paul van den Bosch eraan toe. Al is dat niet uit luiheid…
Dat beperkter aantal uren komt enerzijds door de snelle opeenvolging van veldritten en anderzijds omdat ‘pakweg Eli Iserbyt of Michael Vanthourenhout’ niet dezelfde grote motor als Wout of Mathieu hebben, waardoor ze minder snel recupereren.
Maar dat Wout van Aert en Mathieu van der Poel naast hun succesvolle wegcarrière ook in het veld blijvend domineren, mag op die manier geen verrassing worden genoemd.